De verklarende woordenlijst van Portalp

Portalp biedt een verklarende woordenlijst aan voor automatische deuren en de beveiliging van gebouwen,

om het vakjargon volledig te begrijpen dat onze fabrikanten, technische verkoopmedewerkers, medewerkers van de afdeling onderhoud, de serviceafdeling en de verkoopadministratie dagelijks gebruiken.

Ontbreekt er een term? Aarzel niet en neem contact met ons op, zodat wij hem kunnen opnemen in deze woordenlijst.

A
  • Argon: inert gas dat de lucht vervangt in de ruimte tussen beide kanten van de beglazing. Als dit gas gecombineerd wordt met glas met lage emissiviteit, kunnen de thermische prestaties van de kaders verbeterd worden.
  • Steunmuur: lichte muur of paneel dat zich tussen een raam en de vloer bevindt.
  • AS  (Anodised Silver): zilver anodiseringsproces van metaal. Deze standaardreferentie wordt door Portalp gebruikt voor de afwerking ‘satijnglanzend zilver’ van zijn producten. Het aluminium heeft een elektrochemische behandeling ondergaan waardoor het niet meer oxideert en ongeverfd gebruikt kan worden.
  • API: ‘Anti-panique intégrale’ (integrale antiepaniek), openingssysteem waarmee de deur door handmatig drukken geopend kan worden. Deuren met dit systeem worden gebruikt in ruimtes waar veel mensen aanwezig zijn. Ze zien eruit als schuifdeur, maar kunnen bij massadrukte geopend worden als gewone deur.
  • Raam- of deurkozijn: onderdeel (steen, beton, aluminium) dat geplaatst wordt op een steunmuur of een drempel en de vensterbank vormt van een raam of deur.
  • AFNOR: ‘Agence Française pour la Normalisation’ (Frans Agentschap voor Normalisatie)
    AFNOR is een servicegroep die ernaar streeft om het concurrentievermogen en de invloed van het Franse normaliseringssysteem te waarborgen in het kader van de Europese bouw en de mondialisering van de economie.
    Het agentschap biedt daarom een brede waaier van diensten aan rond vier grote thema’s:
    – De normalisering
    – De uitgave en verspreiding van informatieve producten
    – Opleiding en advies
    – Certificering
  • APSAD: ‘Assemblée Plénière des Sociétés d’Assurances Dommage’ (Plenaire vergadering van schadeverzekeraars). De APSAD-certificering is een bewijs van de kwaliteit van ons inbraakdetectiesysteem – categorie AB – Cybersecurity @ en videobewaking – Cybersecurity @.
B
  • Dagopening: opening in een muur voor een deur of raam.
  • Vleugel: mobiel gedeelte van een raam, openslaande deur of luik.
  • Hendel: handgreep op halve hoogte die gebruikt wordt om een deur te openen.
  • Bi-color: gedifferentieerde behandeling van de kleur tussen de buiten- en binnenkant van een deur.
  • Ruw: glanzend aspect. Ruw aluminium heeft geen enkele chemische behandeling ondergaan en wordt automatisch geverfd om oxidatie te voorkomen.
C
  • CF: ‘coupe feu’ (brandwerend)
  • Kap: aluminium behuizing met het elektronische en mechanische gedeelte voor de werking van de deur.
  • Frame: omkadert het venster. Het frame is een kader bestaande uit twee (horizontale) dwarsliggers en twee (verticale) profielen.
  • CCTP: ‘cahier des clauses techniques particulières’ (bestek van speciale technische clausules). Het CCTP is een contractueel document waarin de technische clausules van een openbare aanbesteding staan. De verrichtingen worden er nauwkeurig en duidelijk in beschreven.
  • Schuifdeur: deur die over geleiders schuift.
  • Geleiders: geleiders van aluminium met schuifverbindingen voor soepele en sectionaaldeuren.
  • Spanjoletslot: sluitingssysteem om een deur op meerdere plekken te vergrendelen door alleen de hendel te activeren.
  • Canopy: Luifel boven een ronde of gewelfde deur en die een kroon vormt bij een ronde deur.
  • Gewelfd: concave vorm van kaderwerk om een architecturale boog te volgen.
  • CE: De CE-markering is een visueel symbool op een op de markt gebracht product, om aan te duiden dat het product conform de veiligheidseisen in alle landen van de Europese Gemeenschap is. Het is een ‘paspoort’ voor vrije handel van het product in de hele Europese Unie.
  • EMC: Elektromagnetische compatibiliteit.
  • CNMIS: ‘Comité National Malveillance Incendie Sécurité’ (Nationale Commissie Kwaadwilligheid Brand Veiligheid): Franse organisatie gemandateerd door de AFNOR voor de certificering van Brandwerende Deuren.
  • ONOPZETTELIJKE BEDIENINGSORGANEN: Geheel van openingssystemen waarvoor geen rechtstreekse activering nodig is en die de opening van een deur in bepaalde omstandigheden activeren. Deze systemen kunnen meestal geprogrammeerd worden (activeren de deurbeweging alleen op basis van een aantal criteria).
    Een sensor of een alarmmat voor een deur kunnen bijvoorbeeld automatisch de opening van de deur veroorzaken bij aanwezigheid van een persoon.
  • OPZETTELIJKE BEDIENINGSORGANGEN: Geheel van openingssystemen waarvoor een vrijwillige activering nodig is.
    Drukknoppen moeten bijvoorbeeld handmatig ingedrukt worden om een automatische deur te openen.
  • TOEGANGSCONTROLE: Toestemming gegeven aan een persoon voor toegang. De opening van een deur kan bijvoorbeeld alleen plaatsvinden na het invoeren van een geldige toegangscode (digicode) of na het scannen van een badge.
D
  • DAS : ‘dispositif actionné de sécurité’ (aangedreven veiligheidsmechanisme). Systeem om een handmatig bedieningsorgaan te verbinden met branddetectie.
  • DTU: ‘document technique unifié’ (technisch standaarddocument). De DTU bevat de normen voor de uitvoering en implementatie.
  • Deurstijl: vast kader waarop de vleugels van het raam of de deurbladen zijn bevestigd. Een deurstijl bestaat uit een boven- en onderprofiel en twee dwarsliggers.
  • Warmteverlies: verlies, daling van de temperatuur.
  • CF/PF-graad: Brandweerstand of Vlamkering: geeft de weerstandsduur van een geheel aan bij een temperatuurverhoging van 1000°C, de temperatuur van de niet-blootgestelde kant van de deur mag niet meer stijgen dan 140° C.
    Portalp biedt standaard deuren aan met een CF/PF-graad van één uur of een ½ uur. De classificatie Brandweerstand staat boven de classificatie Vlamkering vanwege de thermische isolatie. 
E
  • ERP: ‘établissements recevant du public’ (openbare instellingen)
  • EI30 of EI60: de Europese classificatie waarmee de brandweerstand van deuren uitgedrukt wordt in 30 of 60 minuten.
  • EMI: ‘Dispositif à Energie Mécanique Intrinsèque’ (systeem met intrinsieke mechanische energie). De geldende normen omvatten het invoeren van automatische deuren met een systeem dat niet afhankelijk is van externe energie. Het geïnstalleerde systeem werkt met ‘intrinsieke mechanische energie’. De opening of sluiting van de deur wordt er op autonome wijze mee aangestuurd zonder enige bron van energie en garandeert de deuropening bij elektriciteitsuitval bijvoorbeeld.
G
  • Sluitplaat: metalen onderdeel dat deel uit maakt van het vergrendelingssysteem van een deur.
  • Argon: inert gas dat de lucht vervangt in de ruimte tussen beide kanten van de beglazing. Als dit gas gecombineerd wordt met glas met lage emissiviteit, kunnen de thermische prestaties van de kaders verbeterd worden.
  • Scharnier: ondersteunend metalen onderdeel waaraan een deur draait of waaraan een kader of buitenjaloezie bevestigd is…
H
  • Garagedeurvenster: raam met dik glas dat hermetisch gesloten kan worden.
  • H. Q. E. : ‘haute qualité environnementale’ (hoge milieukwaliteit). De ‘Hoge Milieukwaliteit’ is een benadering waarbij gestreefd wordt naar het op korte en lange termijn beperken van de milieu-impact van een bouw- of renovatieproject en het garanderen van een gezonde en comfortabele leefomgeving voor de bewoners. De aannemers hebben meer controle over de bouwwerkzaamheden door hun doelstelling te formuleren rond veertien targets.
  • Deurlijst: vast kader van hout, metaal, pvc of aluminium tussen een pui en wand waarin een deur geplaatst wordt.
I
  • Afstandhouder in glas (zie ook Warm-edge): glasrandprofielen die isolerend werken tussen twee lagen glas. Deze profielen hebben een variabele doorsnede afhankelijk van de dikte van het luchtmes van het isolerende glas.
  • Bovendorpel: wel of niet vast kader boven het(de) deurblad(en).
M
  • Motorisering: Motoriserende werking. Mechanisch systeem voor de aandrijving van bijvoorbeeld een sectionaaldeur.
O
  • Vleugel: mobiel gedeelte zoals het deurblad dat tegengesteld is aan het kozijn.
  • Oculus: meestal een circulaire opening en voorzien van beglazing.
  • Waakstand: betreft een kleine securitydesk voor apotheken voor het communiceren en de afgifte van medicatie, terwijl de personen binnen geen risico lopen.
P
  • Druksysteem: openslaande aandrijving – mechanisme dat geïnstalleerd wordt en ervoor zorgt dat de deur opengaat als men tegen het deurblad duwt.
  • PAP: automatische voetgangersdeur
  • Glaslatten: Profiel van metaal, hout of PVC in de vorm van latten met een ondersteunende functie voor de beglazing.
  • Deur: dagkant voorzien van een sluitingssysteem dat van zowel binnen als buiten toegang verstrekt tot een gesloten ruimte.
  • Hek: Constructie om toegang te verlenen met een opening met grote afmetingen om auto’s te laten passeren.
  • Voetgangershek: hekje naast een omheining of hek om een voetganger te laten passeren.
  • Plaatsing en renovatie: Betreft de vervanging van een deur of andere openingsconstructie zonder het omringende metselwerk te wijzigen.
Q
  • IJzerwaren: Geheel van accessoires dat gebruikt wordt voor automatische en industriële deuren: handgrepen, scharnieren, spagnoletten, sloten, enz.
R
  • RPT: ‘rupture de pont thermique’ (thermische onderbreking). Montageproces op de aluminium vleugel en het kozijn om de thermische isolatie te vergroten en condensvorming te voorkomen.
  • RAL: Internationale kleurenwaaier waar alle fabrikanten zich op baseren. Elke kleur heeft een bijpassend RAL-nummer.
S
  • Dorpel: Dorpel van een deur. Geanodiseerde aluminium drempels waarborgen de waterdichtheid.
T
  • Dorpel: horizontaal onderdeel dat bij een kader hoort  en in een deurkozijn past.
  • Driedubbele beglazing: beglazing bestaande uit drie glaslagen. Met deze drie lagen zijn de isoleringsprestaties beter omdat hermetisch afgesloten ruimtes ontstaan tussen de buiten- en binnenkant van het raam. Bij driedubbele beglazing spelen de natuurkundige wetten een rol. Dit houdt in dat een gesloten ruimte droge en immobiele lucht bevat (argon)  omdat er geen enkele gasuitwisseling mogelijk is. Deze ruimtes hebben dus een isolerend vermogen.
  • Bodemplaat: gedeelte van een soepele sectionaaldeur dat opgerold wordt bij opening en uitgerold wordt bij sluiting.
U
  • Ud: Thermisch isolatiecoëfficiënt van een deur. Hoe lager de coëfficiënt, hoe groter het isolerend vermogen is. Wordt uitgedrukt in W/m²°K.
  • Ug: Thermisch isolatiecoëfficiënt van een raam. Hoe lager de coëfficiënt, hoe groter het isolerend vermogen is.
V
  • Schuifdeurblad: mobiel gedeelte van een deur waarmee de deur geopend en gesloten kan worden.
  • Vast paneel: niet-schuivend en bevestigd in de muur.
  • Beglazing: Onderdeel van glas dat als scheiding of sluiting kan dienen.
W
  • WARM-EDGE  (zie tevens ‘afstandhouder in glas’): een Engelse term die gebruikt wordt voor sommige afstandhouders bij de vervaardiging van isolerende beglazing. Het zijn glasrandprofielen met isolerende werking tussen twee lagen glas. Deze profielen hebben een variabele doorsnede afhankelijk van de dikte van het luchtmes van het isolerende glas.